La dame de Monte Carlo

Theater en Toneel

19 april 2026


In 2026 bestaat het Vocaal drieluik 25 jaar! In deze jubileumeditie staat de vrouw centraal.

In dit 75ste concert uit de serie Vocaal drieluik gaan we van een onbevangen vrouw naar een bedrogen, gekwetste en verdrietige vrouw en via het bruisende nachtleven naar een sterke onafhankelijke vrouw. Ook maken we een uitstapje naar de opera.
Er wordt gezongen in het Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Engels en Fries. De muziekstijl gaat van Mozart’s opera Cosí fan tutte (Zo zijn ze allemaal) via de Romantiek naar nieuw gecomponeerde Friese eigentijdse liederen door Rixt van der Kooij op tekst van Berber van der Geest.

In 2026 bestaat het Vocaal drieluik 25 jaa…

In 2026 bestaat het Vocaal drieluik 25 jaar! In deze jubileumeditie staat de vrouw centraal.

In dit 75ste concert uit de serie Vocaal drieluik gaan we van een onbevangen vrouw naar een bedrogen, gekwetste en verdrietige vrouw en via het bruisende nachtleven naar een sterke onafhankelijke vrouw. Ook maken we een uitstapje naar de opera.
Er wordt gezongen in het Frans, Duits, Italiaans, Spaans, Engels en Fries. De muziekstijl gaat van Mozart’s opera Cosí fan tutte (Zo zijn ze allemaal) via de Romantiek naar nieuw gecomponeerde Friese eigentijdse liederen door Rixt van der Kooij op tekst van Berber van der Geest.

In 2026 bestaat het Vocaal drieluik 25 jaar! In deze jubileumeditie staat de vrouw centraal. Zij vertelt over haar gevoelens van verliefdheid, geluk, verdriet en rouw. Verhalen over beroemde vrouwenfiguren uit de literatuur zijn door diverse componisten op muziek gezet. Ook onbekende vrouwen krijgen een stem door de toegevoegde muziek. Drie Friese dichteressen zijn vertegenwoordigd met een liedcyclus. Dat zijn Rixt (pseudoniem van Hendrika Akke van Dorsen), Albertina Soepboer en Berber van der Geest. Een kwart van elk concert is in het Fries.

Het recital wordt geopende met het duet Prendero quel brunettino (Ik neem die kleine brunette) van Mozart uit de opera Cosí fan tutte (Zo doen ze allemaal). Fiordiligi en Dorabella hebben het er over welke jongeman hun het beste bevalt! Ze hebben plezier!

Het onderwerp van het volgende blokje is verliefdheid en onrust over wanneer de geliefde zal komen. Het bekendste lied met dit thema is Gretchen am Spinnrade van Franz Schubert. De tekst komt uit het toneelstuk Faust van Goethe. De onrust van Gretchen is hoorbaar in de muziek die de beweging van het spinnenwiel uitdrukt. Het hoogtepunt (met ook hoogte noot) is wanneer ze aan de kus van Faust denkt. De versie van Giuseppe Verdi Perduto ho la pace is op een Italiaanse vertaling. Het lied Haï Luli van Pauline Viardot heeft hetzelfde thema maar hier stopt de vrouw met spinnen omdat de onrust te groot is. De tekst is Frans en geen vertaling van de Goethe tekst.

In de drie tonadillas La maja dolorosa (De bedroefde vrouw) van Enrique Granados verwerkt een vrouw de dood van haar geliefde man. We zien het rouwproces van boosheid, ontkenning en gelukkige herinneringen die ook pijn doen.

Youkali van Kurt Weill is in de vorm van een Tango. Eerst was er de muziek en de woorden zijn er op bedacht door Roger Fernay. De vrouw bezingt een land van dromen, waar feeën wonen, alleen maar geluk en plezier is en waar zorgen verdwijnen. Maar ze realiseert zich dat zo’n land niet bestaat.

Na de pauze betreden we het nachtleven met drie liederen van Françis Poulenc. In Le violon speelt de violist voor een verliefd paartje. De vrouw die observeert houdt van het nachtelijk uur en het gekerm van de viool. In Hôtel wil een lome vrouw alleen nog maar roken. Ze vergelijkt haar kamer met een kooi waarin de lange arm van de zon doorbreekt.

In La dame de Monte Carlo is een vrouw helemaal aan het einde van haar Latijn. Ze is suicidaal en wil zich na een avondje gokken in zee verdrinken. Jean Cocteau baseerde de tekst op een bestaande vrouw.

In het lied Winged victory (Gevleugelde overwinning) van de Amerikaanse componist Jake Heggie gaat het er heftig aan toe. Het komt uit de cyclus Statuesque uit 2005. De dichter Gene Scheer gaf vijf standbeelden een stem en plaats ze in hun eigen tijd. Het standbeeld van de godin Nike van Samothracië staat in een museum en spreekt tegen de toeristen: “Jullie hebben het alleen maar over mijn schoonheid! Niemand ziet dat ik geen hoofd heb! Jullie vragen je niet af wat ik denk of voel. Ik heb er genoeg van! Donder op!” Overdrachtelijk kan men het zo opvatten dat er te veel naar de uiterlijke schoonheid van de vrouw wordt gekeken en niet naar hoe ze denkt, wat ze kan en hoe ze werkelijk is.

De kleine cyclus van vier liederen It is út! (Het is uit!) is het verslag van een relatie. De Friese tekst is van Berber van der Geest en komt uit de bundel der binne fan die dingen… (er zijn van die dingen) uit 1975. Rixt van der Kooij maakt de cyclus speciaal voor dit concert voor de sopraan Wendeline van Houten. Het begint met het lied Kom ( Kom). “Kom laten we niet wachten en geen waardevolle uren verspillen”. Beginnende problemen sijpelen door de dichtregels in Leafde (Liefde). “Liefde is voor lief nemen. Alleen zo zal onze liefde kunnen bestaan”. Er volgt nog een bemiddelingspoging in Lit ús (Laat ons): ”Laten we de conversatie sluiten en het gevoel laten spreken”. Waarna het afscheid volgt in het lied Út (Uit). “Het is uit! Door het raam zie ik je gaan. O liefste jij! Jij bent mijn andere ik”.

In de cyclus Wurden op Friese tekst van Gerben van der Geest die Rixt van der Kooij voor de mezzo-sopraan Laetitia Sprij schrijft, zien we het proces van scheiding en onafhankelijk worden.

In het eerste lied Wurden (Woorden) wordt taal vergeleken met een tuin en woorden met planten.

“In de tuin van de spraak bloeit een bloem vijf dagen. De bloem verdroogt en het woord is niet meer”. Het tweede lied Hwannear? (Wanneer?) wordt persoonlijker. “Wanneer zal ik ooit de stilte horen tussen het woord van jou en mij?” Het derde lied In dei ( Een dag) werpt de blik naar de toekomst. “Er komt een dag die nieuwe dromen schept en er een nieuw mens opstaat”. In het slotlied Foarby (Voorbij) volgt een haarscherpe analyse van de relatie. “Vroeger ontstond er een melodie als ik jou zag. Nu laat het me koud. Je vertelde me sprookjes en vergezichten en ik wilde samen met jou zijn. Toen kwam de dag dat de dreun viel. Je schilderde mij een luchtkasteel. Ik wilde overal zijn met jou, maar in een luchtkasteel kan ik niet wonen”.

Toegift: Belle nuit, o nuit d’amour. Een duet uit Les Contes d’Hoffmann van Jacques Offenbach.

“O mooie nacht van de liefde. Glimlach om onze roes. Geef ons kussen, schenk ons uw liefkozingen”.